26 januari 2012 Ford Oranje

Gisteravond kwam Steven de landbouwbuurman nog ff langs om de geitenstal te zien, nou dat hebben we geweten. De ruimte was prima maar moest wel helemaal aan de voorzijde dicht gemaakt worden. Dus zijn Herman en ik vanmorgen maar begonnen om nog meer hout tussen de balken te zagen en vanmiddag hebben we een paar damwandplaten gekocht in Takoradi om deze morgen te plaatsen. Wanneer jullie nu denken, dat is dus een gemakkelijke dag geweest, dan hebben jullie het wel mis.

De poort moest geplaatst worden, de balken er tussen zagen en het hout is hier geen hout maar ’t lijkt wel beton zo hard is het. Alle schroeven die wij er in draaien zitten meteen muurvast. Ook moest er in het kippenhok nog een drinkemmer worden gemaakt alá idee Hans en er moest nog 1 lamp worden opgehangen omdat de tl lamp op de slaapkamer bij Herman en Thea met geen mogelijkheid weer aan het branden was te krijgen. Ze hebben nu dus een mooi 2 voudig halogeenarm aan het plafond hangen.

Tegen 11 uur was Ebo hier, we zouden ook vroeg weg gaan maar het werd pas 12 uur voordat we konden vertrekken. Onderweg op de zandweg rijden we door het naast gelegen dorp Ankyernyn en kijken naar geiten, we staan op het punt wat te kopen en wat kun je dus beter doen dan deze in de buurt te kopen. We komen bij een gehandicapte moeder, ze kan haar hele leven al niet lopen, is getrouwd en haar man is overleden. Hun 2 kinderen zijn ook in het weeshuis omdat zij niet voor haar kinderen kan zorgen. Zij komt naar ons toe kruipen en je kunt zien dat ze ziek is, ze zegt dat ook maar heeft geen geld om naar de dokter te gaan. Na haar wat geld te hebben gegeven beloofd ze dat ze morgen de dokter gaat bezoeken. Zo zijn hier nog veel meer mensen die ziek zijn en niet naar de dokter kunnen wegens geldgebrek.

We rijden naar de houtzagerij om nog een dikke balk te laten doorzagen en gaan dan naar Takoradi. Vanuit deze plaats gaan we naar de haven in Sekondi, ook een grote plaats die tegen Takoradi is aangegroeid, hier zijn de havens. Wij gaan naar de vissershaven, eerst door de politie controle en dan komen we bij de afslag. Omdat de boten nog niet binnen zijn, lopen we een beetje rond en zien natuurlijk een heleboel dingen, grote brokken ijs worden in houten boten geladen, die gaan nog de zee op. In een laag gebouwtje staan wel 10 vuurovens. Boven deze vuurovens liggen ca 5 grote gazen rekken vol met kleine visjes, deze worden in z’n geheel gerookt. Niet alleen de vis maar ook wij. Ongelooflijk dat hier mensen in kunnen werken, overal ligt rommel, het water langs de kant is zwart van de rotzooi, overal drijven en liggen kleine blauwe zakjes waar water in heeft gezeten om te drinken voor de bevolking want deze zijn niet voor buitenlanders geschikt. Na het opdrinken van zo’n zakje water van 500 ml gooien ze het gewoon weg op straat of in zee en dat gaat overal zo, de Ghanees is niet schoon.

We lopen rustig verder, zien een paar kerels die met een ijzeren staaf elkaar de koppen proberen in te slaan wat gelukkig door een paar anderen net wordt voorkomen en komt er een man langs die tegen ons begint te praten wat eigenlijk schreeuwen is. Eerst denken we dat hij een praatje wil hebben, we gaan daar niet op in, maar later begint hij te schelden en te duwen. Hij wil geld voor het leed wat vroeger hier is gebeurd bij de slavenhandel, hij blijft duwen en trekken en wij besluiten weer terug te lopen. Hij loopt met ons mee en ook de plaatselijke bevolking kijkt de vreemde man na. Ze houden ons goed in de gaten, 1 man maakt een beweging dat lijkt erop dat deze man een bekende is en een zuiplap is, even later schudden we hem af en hebben geen zin meer om hier verder te lopen. Achteraf zegt Ebo dat hij zich ook ongemakkelijk heeft gevoeld. Gelukkig hebben we de foto’s nog.

We rijden weer van het vissersplaatsje weg en uit de stank en komen in een heel ander gedeelte van Sekondie, namelijk de marine haven. Mooie huizen en goede straten, totdat we een slechte weg op moeten en komen bij het ford Oranje. Een ford wat gebouwd is door de Nederlanders in 1640, op zich al een knap stukje werk om daar zo’n gebouw neer te zetten maar het doel was niet zo mooi. Hier werden de mensen uit het binnenland naar toe gebracht, gekeurd en als je goed bevonden was werd je gedeporteerd naar anderen landen. Werd je niet goed bevonden dan werden de schouders gebroken en werd je in zee gegooid. Begrijpelijk dat de Hollanders hier niet zo gelieft zijn. Uiteraard is er ook ruimte gereserveerd om het strandpaviljoen te bekijken van de binnenkant, een mooie plaats vlak aan het water waar de golven hoog tegen de kade slaan.

We rijden door en komen weer in Takoradi. We rijden nu naar het atelier van de doktersvrouw die mijn 2 Ghanese shirts heeft gemaakt, 2 shirts voor omgerekend 25€ in 1 week gemaakt. Deze kan ik mooi gebruiken voor wanneer ik een lezing hou over Ghana. We gaan naar een winkel waar we de wandplaten ophalen en meteen in het krakkemikkige autootje meenemen. Ebo rijdt naar het huis van zijn schoonmoeder waar zijn vrouw Gina is met de 2 kinderen. We maken kennis met een alleraardigste schoonmoeder, 1 zus en 1 broer van Gina en hun 2 kinderen, 1 dochter van net 1 jaar (en klein Lisannetje) en een jongen van 4. Voor de 1e keer komen we in een stenen Ghanees huis met meerdere kamers. Het is wel donker zonder buitenlicht maar het ziet er bijzonder gezellig uit. We nemen hartelijk afscheid, rijden naar de houtzagerij om daar de planken op te halen en gaan verder naar het dorp.

Halverwege zeggen Herman en ik dat we eruit willen, de achterdeur van de auto staat open ivm de platen en de lucht van diesel is niet meer te harden, we lopen de laatste km wel. Onderweg worden we natuurlijk diverse keren aangesproken door de kinderen die allemaal aan het bedelen zijn. Ze willen je allemaal aanraken, je blanke huid voelen en schreeuwen al van afstand Brunij Brunij wat hier betekent wit mens. Na een kleine 20 min. komen we weer in het weeshuis aan en blijven weer de hele avond binnen ivm de muggen. De tijd gaat snel omdat er voetbal op de tv is, de Afrika cup. Nu is het tijd om te stoppen dus tot morgen

Hans uut Twente.

5 reacties

  • Ans uut Brabant schreef:

    Hoi Hans,
    Wat een belevenissen! Een tweede boek komt er dus aan! Heerlijk om iedere dag je verslag te lezen en mee te leven met al wat je meemaakt. Je beschrijft alles op zo’n manier alsof het is dat ik erbij ben.Ik ga helemaal op in je verhaal.
    Een goede terugreis en sterkte met het afscheid van al die lieve mensen daar.
    Ans

  • Anneke schreef:

    Dag grote broer,
    Die plastic zakjes gebruiken ze in Gambia ook! De blanken worden daar ’to-babs’genoemd. Kinderen roepen dat steeds heel enthousiast. Wat een wereld hè. Niet te vergelijken met Nederland.
    Goede reis terug en wat zul je lekker slapen als je weer thuis bent: geen muggen, een lekkere slaaptemperatuur en we komen niet om 5 uur ’s ochtends voor je zingen….

  • joke schreef:

    Dag Hans,
    Ga je morgen weer terug. Nogmaals wat zal ik je verhalen missen.
    Ik hoop dat je met je verhalen veel mensen hebt geinspireerd om het weeshuis te steunen. Ja toch!!!
    Kom op mensen doen!!!
    Liefs,
    Joke

  • Ada en Henk (ooit uut Twente) schreef:

    Morgen je laatste dag, geniet nog even en dan een heel goede reis terug gewenst…terug naar Nederland, waar de winter zijn intrede doet!!!!
    groetjes

  • Ada en Henk (ooit uut Twente) schreef:

    en….terug naar je kipjes, maar die zullen je niet gemist hebben met zo’n kleindochter….

Laat een reactie achter